Nog maar eens een versie met een kookboek uit
de bib; niet echt het opzet van de Kookboekweek van Fieke en Silke, maar die
dingen zien er nu eenmaal soms zo verleidelijk uit. Ditmaal nam ik "Groen is
geweldig" van Rebecca Leffler mee, een boek met mooie foto’s en recepten die mij
meteen aanspraken, maar dat naar mijn smaak iets te veel inspeelt op de
hipheidsfactor van vegan eten. De ondertitel luidt “150 hippe, lekkere, vegan
gerechten”, en laat ik “hip” nu echt zowat het laatste woord vinden om een
gerecht mee te omschrijven. Maar goed, het boek dus.
De week ging niet erg succesvol vast start, met
de socca-pizza, op basis van kikkererwtenmeel. Ik was content dat ik eindelijk
een doel had gevonden voor het meel dat hier al zowat een jaar vervallen stond
te wezen in de kast (chance dat wij
niet meedoen aan houdbaarheidsdata). Ik voelde al enige nattigheid toen ik het
deeg uitspreidde op de bakplaat en mijn angst werd een kwartier later
bevestigd: ondanks insmeren van de bakplaat met kokosolie, plakte het hele ding
muurvast. Tien minuten en een kleine veldslag later was het meeste van de koek losgewrikt met behulp van uiteenlopend keukengerei. Enthousiasme-levels tot
hiertoe: matig. Wél heel erg geslaagd was het simpele recept voor de
noten”kaas”, die we samen met tomatensaus en wat veldsla bovenop het brokkenfestijn
gooiden. Tegelijk maakte ik voor de dag nadien de bloemkoolsoep, waar onder
andere tahin en appel in verwerkt worden. Op basis van de ingrediënten keek ik
uit naar iets speciaals, maar het eindresultaat viel redelijk tegen.
Bloemkoolsoep dus, best lekker, maar weinig uitzonderlijk, de meerwaarde van de
tahin en de appel ontging mij volledig, en ik moest aan de slag met de verzameling kruiden en specerijen om de boel wat op te leuken.
Later die
week op het menu: sobanoedels met paprika, wortels en miso-sesamsaus; een snelle
en simpele maaltijd, waarmee we met plezier ons tot hiertoe beperkte repertoire noedelrecepten wat
uitbreidden.
In het
weekend probeerde ik de zoete aardappel-falafel uit, die ook maar matig werd
gesmaakt, naar alle waarschijnlijkheid omdat die dingen nogal groot uitvielen
en uitdroogden in de oven. Het verdubbelen van het aangegeven recept voor 1
persoon leverde genoeg falafel op om een half weeshuis mee te voeden, en dus werden
de restjes de volgende dagen kleingesneden en opgebakken in de pan, wat meteen
de algemene appreciatie danig de hoogte in joeg.
Uiteindelijk
waagde ik mij vorige maandag dan nog aan de “te gekke pad thai”,
enigszins lichtzinnig, want er kwam bezoek over de vloer, en tot hiertoe waren
de ervaringen met dit boek toch maar zo-zo. Gelukkig viel de pad thai wél meer
dan behoorlijk uit; het soort vegan gerecht dat je zonder al te veel stress aan
je vleesetende vrienden kan voorschotelen.
Conclusie:
twee meer-dan-goedgekeurde noedelgerechten die hier zeker nog op tafel zullen
komen, en waardoor we de minder geslaagde gerechten met plezier door de vingers
zien.
Jammer dat sommige gerechten tegenvielen, maar fijn dat je daar ook eerlijk over schrijft! Het boek spreekt mij ook wel aan, maar ook eerder om uit de bib te lenen dan om te kopen...
BeantwoordenVerwijderen